Jeremia

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33] [34] [35] [36] [37] [38] [39] [40] [41] [42] [43] [44] [45] [46] [47] [48] [49] [50] [51] [52]
[GENESIS] [EXODUS] [LEVITICUS] [NUMERI] [DEUTERONOMIUM] [JOZUA] [RECHTERS] [RUTH] [1 SAMUEL] [2 SAMUEL] [1 KONINGEN] [2 KONINGEN] [1 KRONIEKEN] [2 KRONIEKEN] [EZRA] [NEHEMIA] [ESTHER] [JOB] [PSALMEN] [SPREUKEN] [PREDIKER] [HOOGLIED] [JESAJA] [JEREMIA] [KLAAGLIEDEREN] [EZECHIEL] [DANIEL] [HOSEA] [JOEL] [AMOS] [OBADJA] [JONA] [MICHA] [NAHUM] [HABAKUK] [SEFANJA] [HAGGAI] [ZACHARIA] [MALEACHI] [MATTEUS] [MARCUS] [LUCAS] [JOHANNES] [HANDELINGEN] [ROMEINEN] [1 KORINTIERS] [2 KORINTIERS] [GALATEN] [EFEZIERS] [FILIPPENZEN] [KOLOSSENZEN] [1 TESSALONICENZEN] [2 TESSALONICENZEN] [1 TIMOTEUS] [2 TIMOTEUS] [TITUS] [FILEMON] [HEBREEEN] [JAKOBUS] [1 PETRUS] [2 PETRUS] [1 JOHANNES] [2 JOHANNES] [3 JOHANNES] [JUDAS] [OPENBARING]

JEREMIA 47

47:1 De Heer richtte zich tot mij en sprak over de Filistijnen. Gaza was nog niet door de farao ingenomen. De Heer zei:
47:2 ‘Het leger komt opzetten uit het noorden als een rivier die buiten haar oevers treedt, het land overspoelt, steden en hun inwoners meesleurt. De mensen gillen, schreeuwen om hulp.
47:3 Zij horen de hoefslag van rennende paarden, het dreunen van de wagens, het ratelen van de wielen. Ouders letten niet meer op hun kinderen, zij hebben de handen in de schoot gelegd.
47:4 Want de dag is aangebroken dat alle Filistijnen worden vernietigd. Alle hulp uit Tyrus en Sidon wordt afgesneden. Ik, de Heer, vernietig alle Filistijnen, ooit van Kreta gekomen.
47:5 Iedereen in Gaza rouwt, scheert zich kaal; Askelon zwijgt verslagen. Maar weinigen leven nog en hoelang nog zullen die hun lichaam kerven als teken van rouw?
47:6 Ze klagen en roepen: Hoelang nog blijft de Heer zijn zwaard hanteren? Steek het zwaard in de schede, laat het rusten.
47:7 Maar hoe kan het zwaard tot rust komen, als ik, de Heer, het trek tegen Askelon en tegen alle volken langs de kust?’

© Nederlands Bijbelgenootschap/Katholieke Bijbelstichting 1983/1996