1 Tessalonicenzen

[1] [2] [3] [4] [5]
[GENESIS] [EXODUS] [LEVITICUS] [NUMERI] [DEUTERONOMIUM] [JOZUA] [RECHTERS] [RUTH] [1 SAMUEL] [2 SAMUEL] [1 KONINGEN] [2 KONINGEN] [1 KRONIEKEN] [2 KRONIEKEN] [EZRA] [NEHEMIA] [ESTHER] [JOB] [PSALMEN] [SPREUKEN] [PREDIKER] [HOOGLIED] [JESAJA] [JEREMIA] [KLAAGLIEDEREN] [EZECHIEL] [DANIEL] [HOSEA] [JOEL] [AMOS] [OBADJA] [JONA] [MICHA] [NAHUM] [HABAKUK] [SEFANJA] [HAGGAI] [ZACHARIA] [MALEACHI] [MATTEUS] [MARCUS] [LUCAS] [JOHANNES] [HANDELINGEN] [ROMEINEN] [1 KORINTIERS] [2 KORINTIERS] [GALATEN] [EFEZIERS] [FILIPPENZEN] [KOLOSSENZEN] [1 TESSALONICENZEN] [2 TESSALONICENZEN] [1 TIMOTEUS] [2 TIMOTEUS] [TITUS] [FILEMON] [HEBREEEN] [JAKOBUS] [1 PETRUS] [2 PETRUS] [1 JOHANNES] [2 JOHANNES] [3 JOHANNES] [JUDAS] [OPENBARING]

1 TESSALONICENZEN 1

1:1 Paulus, Silvanus en Timoteüs: aan de gemeente van Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader, en aan de Heer Jezus Christus. Wij wensen u Gods genade en vrede.
1:2 Wij danken God altijd voor u allen, wanneer we u in onze gebeden gedenken.
1:3 Ten overstaan van onze God en Vader gaan onze gedachten dan voortdurend uit naar uw geloof dat uit uw daden blijkt, naar uw onvermoeibare liefde en uw onwrikbare hoop op onze Heer Jezus Christus.
1:4 Wij weten, broeders en zusters, dat God u in zijn liefde heeft uitgekozen.
1:5 Want de boodschap die wij u brachten, bestond niet uit louter woorden, nee, ze was geladen met de kracht van de heilige Geest en gebaseerd op een vaste overtuiging. Trouwens, u weet zelf hoe wij bij u optraden en hoe we uw belang op het oog hadden.
1:6 En u op uw beurt bent in het voetspoor getreden van ons en van de Heer. Hoewel u veel tegenwerking ondervond, hebt u de boodschap aanvaard met een vreugde die van de heilige Geest komt.
1:7 Zo bent u een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje.
1:8 Van u uit plantte de boodschap van de Heer zich voort; niet alleen in Macedonië en Achaje, nee, overal is uw geloof in God de mensen ter ore gekomen. Wij hoeven daarover niemand iets te vertellen.
1:9 De mensen beginnen er zelf over, hoe wij bij u ontvangen zijn. Ze vertellen dat u zich van de afgoden gekeerd hebt naar de levende en ware God, om hem te dienen
1:10 en om uit te zien naar de terugkomst uit de hemel van zijn Zoon, die hij uit de dood heeft opgewekt, naar Jezus, die ons redt van het komende oordeel.

© Nederlands Bijbelgenootschap/Katholieke Bijbelstichting 1983/1996